Printereigenschappen (driver)
Printereigenschappen besturen de printer en stellen u in staat om
standaard instellingen te veranderen, zoals het papierformaat, het
aan beide kanten afdrukken van de pagina (handmatig dubbelzijdig
afdrukken), het afdrukken van meer pagina's op één los vel
papier (N-op-een-vel afdrukken), de resolutie, watermerken
en het printergeheugen. U verkrijgt op twee manieren toegang tot
printereigenschappen:
●
Via de softwaretoepassing van waaruit u afdrukt. (Voor het
veranderen van instellingen voor het huidig gebruik van de
softwaretoepassing.)
●
Het gebruik van het Windows
®
besturingssysteem. (Voor het
veranderen van de standaard instellingen voor alle toekomstige
afdruktaken.)
Opmerking
Omdat veel softwaretoepassingen een verschillende methode
gebruiken om toegang tot printereigenschappen te verkrijgen,
beschrijven wij gemeenschappelijke methoden die in Windows 9x
en NT
®
4.0 en Windows 3.1x worden gebruikt.
DU
Toegang tot printereigenschappen (driver) en Help 13
Windows 9x en NT 4.0
●
De instellingen voor de huidig gebruikte softwaretoepassing
veranderen: Klik op het menu
Bestand in de softwaretoepassing
en op Afdrukken, klik vervolgens op Eigenschappen. (De te
nemen stappen kunnen tussen softwaretoepassingen verschillen;
dit is de meestvoorkomende methode.)
●
De standaard instellingen voor alle toekomstige afdruktaken
veranderen: Klik op de knop Start, klik op Instellingen, en klik
vervolgens op Printers. Klik rechts op het printerpictogram
waarvan u de eigenschappen wilt veranderen en kies vervolgens
Eigenschappen. Veel van de eigenschappen in Windows NT
bevinden zich ook in het menu Standaardwaarden document.
Windows 3.1x
●
De instellingen voor de huidig gebruikte softwaretoepassing
veranderen: Klik op het menu Bestand in de softwaretoepassing
en op Afdrukken, klik op Printers, en vervolgens op Opties.
(De te nemen stappen kunnen tussen softwaretoepassingen
verschillen; dit is de meestvoorkomende methode.)
●
De standaard instellingen voor alle toekomstige afdruktaken
veranderen: Dubbelklik in het Configuratiescherm van Windows
op Printers, markeer de printer en klik vervolgens op Instelling.
14 Hoofdstuk 1 De printer leren kennen
DU